donderdag 20 september 2018

Voortstuwende onrust

Deze zomer stuitte ik op de prachtige term "blessed unrest". Gezegende onrust, of beter nog: de onrust als zegening, als iets om te koesteren. Het is een term uit de biografie van Martha Graham, een Amerikaanse danseres en choreografe van begin vorige eeuw. Een eigenzinnige vrouw, die een stempel drukte op de moderne dans. Door uit te gaan van de mens, het vuur en de passie in de mens, de danser, door het lichaam en emoties in te zetten als bron van de beweging, in plaats van technieken en wat het publiek tot dan toe mooi vond. Een vrouw die zo rotsvast geloofde in wat ze vond en voelde, dat ze er veel voor liet wijken. Trouw aan zichzelf, gelovend in een nieuwe tijd, nieuwe vormen van bewegen. De onrust, zo vond ze, drijft ons. Zij het boosheid, onrechtvaardigheidsgevoel, frustratie. Tevredenheid maakt tam, verlamt. Maar onrust, onrust is de motor. Ze noemde het "a devine dissatisfaction, a blessed unrest, that keeps us marching and makes us more alive than others".

Graham was niet alleen eigenzinnig en vrij onmogelijk om mee te leven, ze was een pionier, een vernieuwer en een leider. Ze ging voor, waar anderen nog nooit waren geweest. Ze offerde het comfort van een geaccepteerde carrière op voor waar ze in geloofde. Ze durfde anders te zijn, ook als dat niet altijd werd gewaardeerd. Omdat ze geloofde dat het anders kon, dat het tijd was voor verandering. Zonder te weten waar ze uit zou komen ging ze de kant op waarheen ze voelde dat het moest gaan. Zonder voorbeelden of rolmodellen, vertrouwend op haar intuïtie en haar voortstuwende onrust. En ze legde daarmee het fundament voor de moderne dans zoals we die nu kennen.

In veel organisaties wordt op dit moment, in deze tijd, onrust gevoeld. Ongemak, frustratie. Dingen werken niet meer zoals ze een aantal jaren geleden nog deden. Wat het precies is, is vaak moeilijk te duiden en heet veelal "de veranderende samenleving", daarmee duidend op snelle technologische ontwikkelingen, een informatie overload, veeleisende en steeds mondiger burgers, klanten of cliënten, gepaard gaand met een groeiend wantrouwen jegens instituties die voorheen nog als autoriteit op hun vakgebied gerespecteerd werden. Het antwoord van veel bedrijven en organisaties is te reageren op die druk van buiten, op de externe ontwikkelingen. We moeten innovatief worden, omdat de samenleving dat eist. We moeten dienstbaar, klantvriendelijk, sneller, transparanter, zichtbaar, we moeten mee, mee, mee.

De onrust in de samenleving wordt de maatstaf voor een haast paniekerige reactiestroom binnen organisaties en bedrijven. Dat lijkt logisch, maar ik pleit voor een andere benadering. Ik stel voor om eens een tijdje heel goed naar bínnen te kijken. Naar de mensen ín de organisatie. Naar hún onrust.
Veel managers en bestuurders vergeten dat hun medewerkers de samenleving zíjn. De docent is ook ouder, de cassière is ook klant, de ambtenaar is burger en de verpleegkundige patiënt of mantelzorger. We zijn allemaal, welke rol we ook binnen de organisatie hebben, ook burger, deel van de samenleving, vader of vrijwilliger, klant, cliënt, gast, patiënt of doelgroep. Uw organisatie is van binnen, niet heel anders dan buiten. Ja, ik hoor u denken "nou, mijn organisatie is nou niet echt een afspiegeling van de samenleving; te weinig vrouwen aan de top, niet helemaal voldoende medewerkers van niet Westerse afkomst, behoorlijk hoog opgeleid allemaal...". Ok, dat kan zijn. Maar laat ik dan nog iets verder uitzoomen: uw medewerkers zijn wel allemaal mens. En in essentie zijn de basisbehoeftes en verlangens van mensen niet erg verschillend. En ik durf de stelling aan dat daarmee de basisonrust in essentie voor de meeste mensen hetzelfde is. Ieder mens wil zich veilig voelen, geborgen, gewaardeerd en gerespecteerd, niet? Ieder mens wil goed in zijn of haar vel zitten, zo gezond mogelijk zijn en de best mogelijke kwaliteit van leven bereiken toch? Wat dat voor een ieder dan ook maar mag zijn. Ieder mens wil het gevoel hebben dat zijn of haar leven, bijdrage, rol er toe doet. En voor de een is dat groots en meeslepend, voor de ander is het klein en alledaags. En onrust ontstaat wanneer er een discrepantie zit tussen die behoeftes en de dagelijkse realiteit. Dat is voor de klant aan wie u uw diensten verleent, niet anders dan voor uw medewerker die aan uw targets moet voldoen. Sterker, dat is voor uw klant, niet anders dan voor uzelf.

En dus begint een nieuwe manier, omgaan met die veranderende samenleving misschien wel primair bij nou eens even niet alleen of vooral luisteren naar wat de klant wil, de trends in de samenleving, maar even de tijd nemen en écht luisteren naar wat er binnen speelt, gevoeld en ervaren wordt. Het vuur, de passie, de onrust in de organisatie opzoeken en er naar luisteren. En van daaruit durven werken, een andere kant op, die onrust de motor laten zijn. En te accepteren dat je dan niet precies weet waar je uitkomt, maar vertrouwt dat het de juiste richting is en dat hetzelfde blijven doen wat je deed geen optie is. Dat is het échte leiden van nu. Luisteren. Echt luisteren. En vervolgens meebewegen op wat zich aandient, zonder precies te weten waar het heengaat, maar vertrouwend op het proces. Voortgestuwd door de blessed unrest. Geïnspireerd door Martha. 

zondag 9 september 2018

Doe eens gek, stel eens een (andere) vraag

Wij Nederlanders zijn een serieus volkje. En het lijkt wel of we de laatste jaren onszelf, onze bezigheden en onze standpunten steeds serieuzer nemen. Alsof het ons een houvast biedt in de complexiteit van vandaag. Het heeft iets veiligs om je een beetje af te sluiten van andere denkbeelden en manieren van doen. We raken dat opene, onderzoekende steeds meer kwijt.

De samenleving is enorm complex geworden en de constante informatiestroom, de directe toegang tot informatie en de snelheid van ontwikkelingen zijn vrijwel niet meer bij te houden. En hoewel het ons enorme voordelen biedt, heeft het ook iets bedreigends. Want waar blijf ikzelf in die storm van informatie, meningen, mogelijkheden en keuzes? Ik hoeft niet terug in de tijd, maakt u geen zorgen, maar die verzuiling van ons, die had wel wat. Je wist waar je bij hoorde, wat goed en fout was, wat fatsoenlijk was en waarom. En daarbij wist je ook wie de ánder was. Wat er goed en vooral niet goed was aan de andere zuil. Dat maakte de wereld overzichtelijk, want voorspelbaar. En in welke zuil je ook zat, er was maar één acht uur journaal. En in welke zuil je ook zat er was maar één echte vijand; de Russen. En Amerika was de grootste vriend. Die voorspelbaarheid gaf rust en - hoe tegenstrijdig dat ook lijkt, ruimte voor meer openheid. Het is nu eenmaal makkelijker je open te stellen als je je veilig voelt.

Er zaten zeker ook nadelen aan die tijd en de ontwikkeling naar deze tijd is absoluut vooruitgang. Maar er is een keerzijde. En dat is dat de mens van nature behoefte heeft aan voorspelbaarheid en vertrouwen, veiligheid. Dat zit domweg in ons brein. Ons biologische brein heeft de neiging om vooral op de uitkijk te staan voor het spotten van bedreigingen. Zodat we, om te overleven, kunnen reageren door te vechten of te vluchten. En in een wereld waarin vrijwel alles snel gaat en overweldigend veel is, er zo veel op ons afkomt en moet, reageert het brein al gauw vanuit die default modus: iets zien als een bedreiging. Het vergt dus nieuwe vaardigheden, eigenschappen en gedragingen om om te kunnen gaan met de samenleving van nu. En dat stukje zijn we een beetje vergeten. We hebben er, sinds de ontzuiling en de ontwikkelingen van de laatste decennia geen antwoord op.

Initiatieven als World's best news en Nederland Kantelt laten ons zien dat het beter gaat met de wereld dan ooit. Minder oorlogen, minder honger, hogere levensverwachting, wereldwijd hogere scores op de geluksschaal en dat er enorm veel mooie, innovatieve oplossingen zijn en ontwikkeld worden voor grote en kleine vraagstukken. Maar zo voelt het niet. De perceptie is dat we in een hardere, onbetrouwbaarder en onveiliger wereld leven dan ooit. En dat voel je ook terug op de werkvloer. Vooral in de publieke sector. Waar mensen ooit kozen voor hun vak, vanuit idealisme, willen bijdragen aan levens. En er wórdt ook veel veranderd en gevraagd van de publieke sector. Omdat we juist in deze tijd vanuit politiek en samenleving vinden dat we geen risico's meer mogen lopen, geen enkel. Iedereen dezelfde kans moet hebben op de hoogste kwaliteit van leven, die we met elkaar bepalen. Een mooi streven. Maar risico's, lijden en pijn, uitvallen en moeilijkheden horen ook gewoon bij het leven. Dat vang je niet in regels en cijfers. Kwaliteit van leven leg je niet vast in wetgeving en protocollen. Er is een onstuitbare drang om met een toenemende complexiteit, steeds meer te gaan sturen en regelen. En dat werkt niet. Het vraagt iets anders.

Over dat 'anders' zou ik dagen kunnen vullen, maar voor nu een eenvoudig oefeningetje. Het heet 'menselijk contact'. Stel nu eens, dat niemand op uw werk 's morgens opstaat met het idee "vandaag ga ik eens even de boel goed dwarszitten". Ga er eens vanuit dat iedereen, van hoog tot laag en door alle disciplines heen, op de een of andere manier verbonden is met de organisatie. Vanuit zijn of haar functie uiteraard, maar ook vanuit een bepaalde passie en drijfveren. En kijk eens met die ogen naar de ander. Degenen met wie u vergadert, de collega op uw werkkamer, de collega bij de koffieautomaat of in de lift. Voor een week, vraag u af bij die vanzelfsprekende ontmoetingen "wat zou hem of haar drijven in zijn of haar werk, wat zou hem of haar inspireren hier?" of beter nog "wie zou hij of zij vandaag hebben geïnspireerd?" ik verzeker u, dat u al na een dag heel anders kijkt naar de mensen om u heen. En als u durft, stelt u ook eens een vraag. U kent de labeltjes aan de theezakjes van Pickwick? Waar die vragen op staan die kunnen dienen voor een gesprek? Zo'n vraag. Of een andere. Wat u wilt. Als het maar niet de standaard vraag "hoe is het?" of "druk?" is, want op die vraag kent u het antwoord al en daarnaar luistert u nauwelijks als u eerlijk bent. Anders dan dat u een mogelijke bevestiging vindt in uw eigen beleving, dat we het inderdaad goed druk hebben met elkaar.

Afbeeldingsresultaat voor vraagtekenEen keer een andere vraag stellen, een onverwachte vraag, op het niveau van menselijk contact, doorbreekt de "default modus". Het brengt een fractie van een seconde een schokje teweeg, waardoor met name de te weinig gebruikte rechter hersenhelft geactiveerd wordt. Dit is te herkennen aan een reactie die begint met "eh...." en grote of knipperende ogen 😉
Maar door die hele kleine shift in energie, want dat is het ook, ontstaat een klein momentje van verbondenheid, van menselijk contact. En al is het maar één moment op een dag, het werkt. Ook bij uzelf, omdat u zichzelf dwingt om een ander type vraag te stellen, anders te kijken, wordt ook uw eigen rechter hersenhelft, bijvoorbeeld uw creativiteit aan het werk gezet.

Dus doe eens gek de komende week en stel eens een echte vraag. U zult verbaasd zijn over het effect.
Leuk als u uw bevindingen wilt delen!